Berkhouterkerk, Kerkebuurt 172, Berkhout
Kaarten €15 voorverkoop tot 15 januari reserveren via info@jonkvrouw.net rek NL26INGB0008018348 met vermelding van Berkhout concert 22 januari 2017.
Daarna €17,50 aan de deur.
PROGRAMMA
W.A. Mozart (1756-1791)
strijkkwartet Nr. 15 in d, K. 421/417b
1. Allegro moderato
2. Andante
3. Menuetto and Trio, Allegretto
4. Allegretto ma non troppo
Uit de set van de zes kwartetten die Mozart in 1785 opdroeg aan zijn vriend Joseph Haydn vormt het tweede kwartet KV 421 in d-klein een hoogtepunt in de strijkkwartetliteratuur. De gekozen toonsoort is al opmerkelijk omdat deze later terugkeerde in zijn composities als ‘noodlotstoonsoort’. Men denke aan de beroemde standbeeldscène uit de opera Don Giovanni waarin uiteindelijk de rokkenjager ter helle gaat. Ook zijn laatste meesterwerk, het Requiem, is in het dramatische d-klein gezet.
De opening in het eerste deel, Allegro Moderato, treft vooral door de elegische stijl; de octaven-en deciemsprongen van de eerste viool worden begeleid door een dalende baslijn in chaconne-stijl door de cello. Al snel ruilt Mozart deze omfloerste en dramatische stemming in voor wat meer springerige thematiek. Het tweede deel, Andante, doorbreekt de turbulente sfeer van het eerste deel. Het derde deel, Menuet, in terugkerend mineur wordt gevolgd door het majeur triogedeelte met de typerende Oostenrijkse elegantie. Het laatste deel, Allegretto ma non troppo, begint met het thema met variaties in siciliano dansritme en besluit dit monumentale werk.
A. Dvorak (1841-1904)
strijkkwartet Op. 51 in Es
1. Allegro ma non troppo
2. Dumka: Andante con moto – Vivace
3. Romanza: Andante con moto
4. Finale: Allegro assai
In opdracht van het Florentine strijkkwartet componeerde Dvorak in 1879 dit kwartet dat behoort tot één van zijn origineelste kamermuziekwerken. In dit werk voldoet Dvorak ruim aan de wens van de opdrachtgever om een kwartet te schrijven ‘in Slavische stijl’. Elk deel ademt de Boheemse klanktaal met zijn dansen, volksliederen en natuurbeschrijvingen.
In het eerste deel, Allegro ma non troppo, hoort men een lyrische beschrijving van het aangename natuurlandschap afgewisseld met een polkadans. Het tweede deel bevat een ‘Dumka’, een elegische klaagzang van Oekraïense oorsprong, die wordt afgewisseld met een vrolijke dans in snelle 3/8ste maat. De ‘Romanza’ in het stemmingsvolle derde deel beschrijft een innig natuurbeeld in een wiegend ritme. Het geheel wordt afgesloten met het vierde deel ‘Finale’, met de vrolijke Furiant volksdans als thema.
Astor Piazzolla (1921-1992)
Tango Ballet
arr.: José Bragato
1. Tempo di Tango
2. La Calle
3. Encuentro – Olvido, Lento
4. Cabaret
5. Soledad, Lento
6. Allegro
7. Coda
De Argentijnse componist en bandoneonspeler Piazzolla heeft wereldwijd de tango met zijn ‘Tango Nuevo’ nieuw leven ingeblazen. In ons land heeft de bandeonist Carel Kraayenhof grote populariteit gekregen met zijn versie van Adios Nonino tijdens het koninklijk huwelijk van het echtpaar Willem Alexander en Maxima. Het Tango Ballet is een kleurrijk werk voor strijkers en bestaat uit diverse werken uit het oeuvre van de componist: